Duca D’Alba in Brussel

Dat volgend seizoen bij de viering van de 150-jarige onafhankelijkheid van België het theater de Monnaie zonder een spoor van twijfel Auber’s “La Muette de Portici” zal brengen staat onherroepelijk vast. Laten we hopen dat ook Luik zich niet onbetuigd zal laten. Maar wie had kunnen denken dat het 1000jarig bestaan van Brussel ook met een opera  gevierd zou worden, en wel een opera waar men nog zeldener de gelegenheid voor krijgt om hem ooit te horen en te zien! Inderdaad is dit een opera waarvan de hele handeling zich in Brussel afspeelt en een uiterst belangrijke die in onze eeuw slechts uiterst zelden is opgevoerd, en dan alleen in Italië. Toen Donizetti in 1848 in Bergamo stierf was vijf jaar tevoren “Don Pasquale” zijn laatste grote meesterwerk geweest. Daarna volgde nog voor Parijs “Don Sebastiano”en als laatste opera in 1844 “Caterina Cornaro’ voor Napels. Er lag echter nog bij zijn dood een opera die hij niet volledig had kunnen afmaken, “Il Duca d’Alba”. Hij was er al jaren eerder mee begonnen maar in de laatste acte blijven steken. Men zegt zelfs dat hij een aria die hij daarvoor componeerde gebruikte voor zijn “La Favorita”, het beroemde “Spirto gentil” van de tenor. Dat moet waar zijn, want hij schreef de Duca d’Alba in hetzelfde jaar 1840, en wel oorspronkelijk voor de Parijse Opéra (de Académie de Musique zoals die officieel heette). Er kwam iets tussenbeide bij de productie en het werk bleef onvoltooid. Vier en dertig jaar na zijn dood besloot men daar iets aan te doen, en de laatste acte werd toen afgemaakt door Matteo salvi. Die oorspronkelijke tenoraria kon die er natuurlijk niet meer inzetten. In haar plaats schreef deze een nieuwe aria “Angelo casto e bel”, en juist die aria werd het enige fragment dat liefhebbers er nu nog uit kennen. Niemand minder dan Enrico Caruso maakte er een beroemde plaat van. De oorspronkelijke tekst was Frans geweest, van de hand van niemand minder dan de broemde librettist Eugene Scribe. Salvi liet deze in het Italiaans vertalen, en het voltooide werk beleefde zijn premiere op 23 maart 1882 in het Apollo Theater in Rome. Het raakte daarna in vergetelheid, zoals zovele meesterwerken van Donizetti. Gaandeweg beleefde men een Donizetti renaissance (dank zij ook Maria Callas, die zich voor zijn Anna Bolena inzette) en ervoer men dat de meester die men voornamelijk van lichte werken als “Don Pasquale” en “L’Elisir d’Amore” kende een der grootste dramatische componisten aller tijden geweest is. Het is daarom een bijzondere gebeurtenis dat Brussel zich bij haar millennium aan dit werk herinnerde. Of men het in de oorspronkelijke Franse tekst zal brengen of in het Italiaans is mij nog niet bekend. Maar in ieder geval wel met de laatste acte van Salvi. Een analoog geval met Puccini’s Turandot, die we in Luik zullen beleven. Ook dat werk bleef onvoltooid, en de slotscene werd gecomponeerd door Franco Alfano. De Duca d’Alba is natuurlijk ons aller Alva. Hij heeft juist Graaf Egmond in Brussel laten onthoofden, en diens dochter Amelia (sopraan) heeft daarvoor wraak gezworen. Haar geliefde is een jonge Vlaamse patriot Mardello (tenor) die haar met zijn vriend, de brouwer Daniel (bas) hulp toezegt. Het complot wordt echter ontdekt, en het drietal ter dood veroordeeld. Dan ontdekt Alva (die hier bariton zingt), wat hij bij zijn leven nooit gedacht zou hebben dat Marcello zijn doodgewaande zoon is. Alva heeft er wel meer zo gehad tijdens zijn verblijf in de Nederlanden. Ik zou zijn nakomelingen hier niet de kost willen geven. Marcello wordt dus begenadigd, en hij weet ook amnestie voor Amelia en zijn vrienden te verkrijgen. Dat maakt hem echter bij deze suspect, en de twee geliefden gaan uit elkaar. “Angelocasto e bel” zal wel Marcello’s spijt daarover tot uitdrukking brengen. Alva wordt naar Spanje teruggeroepen en Marcello moet hem begeleiden. Bij hun vertrek werpt Amelia zich met een dolk op Alva, maar Marcello vangt de stoot op en wordt dodelijk gewond. Stervend verklaart hij dat alle partijen tevreden moeten en zullen zijn. Amelia heeft haar eed van wraak gestand gedaan en hijzelf heeft zijn eer gered door het leven van zijn vader te redden. Ongetwijfeld zal Brussel moeite noch kosten sparen om dit werk in een grootse productie te brengen. De bezetting is mij nog niet bekend, maar het decor biedt ongekende Brusselse mogelijkheden, tot de Grande Place toe! Als er één opera is die U NOOIT van Uw leven meer te zien krijgt (en te horen kunt U haar zelfs niet op de plaat, want er schijnt nog geen van te bestaan, tenminste niet officieel) dan is het deze wel. Het zou een operaliefhebber zijn leven lang berouwen die unieke gelegenheid gemist te hebben. Uit de hele wereld komen er enthousiasten voor naar Brussel.

Leo Riemens  1979

Bekijk Opera