Pagliacci, I

L.Popp - W.Atlantow - B.Weikl
W.Brendel - A.Ionita
Koor en orkest der Münchener Rundfunk
L.Gardelli
Eurodisc 302 184.440  2lp

“Cavalleria Rusticana” en “I Pagliacci” vormen altijd een probleem als ze op de plaat gezet worden. Voor één LP zijn ze alle twee te lang. De ideale oplossing is drie kanten, maar dat betekent drie platen voor beide werken samen. En hoe vaak komt het niet voor dat we wèl een nieuwe opname van de ene hebben willen, maar niet de andere erbij. Men kan ook de vierde kant opvullen. Zinvol was dit een keer toen men die gebruikte voor minder bekende werken van de betreffende componist. Eurodisc heeft dit keer geopteerd voor “I Pagliacci” op vier kanten. Kwantitatief lijkt dat onvoordelig, maar het voordeel is wel dat het geluid er bij gewonnen heeft. Maar al te dikwijls wordt veel te veel op één kant samengeperst. De ideale tijdsuur van een LP-kant is 25 minuten. Hoeveel zijn er niet van over de dertig, ten koste van de geluidsexpansie? Deze “I Pagliacci” is dan ook volledig. Het fragment in het duet tussen Nedda en Silvio is aanwezig, dat ten tonele haast altijd wordt weggelaten, evenals (helaas) ook bij vele opnamen. Ook de vluchtige woorden tussen beiden in de laatste scène zijn hier terecht opgenomen. Het stoort mij altijd als zulke coupures (meest uit pure sleur) gemaakt worden. Canio is hier de Rus Atlantow, die een emotionele en hartstochtelijke interpretatie geeft. Misschien iets ten koste van de toonschoonheid, maar Canio is geen bel-canto partij, maar een veristische, en Atlantow’s creatie is een aangrijpende en boeiende. Bij Lucia Popp is het juist omgekeerd. Vokaal is zij de ideale Nedda. Oorspronkelijk een soprano leggiero, is zij (evenals Scotto) gaandeweg gegroeid tot een lirico dramatico. Italiaansen plegen Nedda soms ietwat canailleus te zingen. Bij Popp staat de pure schoonheid van de zang op de eerste plaats. Verrassend is Bernd Weikl als Tonio. Hij maakt duidelijk onderscheid tussen de “Proloog” als hij bel-canto zingt, en Tonio zelf, die hij een verbeten soms gluiperig karakter geeft. Wolfgang Brendel is een fraai lyrische Silvio. De voor mij nieuwe Ionita een behoorlijke Beppe. Gardelli’s visie op het werk is een warme en sympathieke. Alles te samen, in de lange lijst van “Pagliacci’s” een der beste registraties.

Leo Riemens  1984

Bekijk Opera